Gisseleire Versélaan

Albert GISSELEIRE wordt als zoon van vader Gisseleire en moeder Versé geboren in Brussel in 1895. Tijdens Wereldoorlog I is hij vliegenier en onderluitenant bij de luchtmacht. Op 3 oktober 1918 krijgt hij samen met luitenant Max Roland opdracht om een verkenningsvlucht uit te voeren en foto’s te schieten met zijn Spad S.XI. Tijdens de vlucht wordt hun tweedekker onder vuur genomen door 11 Duitse  Fokker D VII jachtvliegtuigen.  Toentertijd één van de beste jachtvliegtuigen van de Eerste Wereldoorlog. Ondanks hun numerieke minderheid weren de Belgen zich als duivels in een wijwatervat waarbij een Duitse Fokker wordt neergehaald. Helaas kon dit luchtduel voor onze landgenoten niet anders dan fataal aflopen. Toen luitenant Gisseleire een kogel in het hoofd kreeg, werd de Spad stuurloos en tuimelde het vliegtuig met hels lawaai naar beneden. Het stortte uiteindelijk  neer in de buurt van Oostnieuwkerke, waarbij zijn makker Max Roland mee de dood wordt ingesleurd. Luitenant Gisseleire stierf voor het vaderland. Hij was amper 23. Hij wordt onderscheiden met de Orde van Leopold, de Orde van Leopold II, het Oorlogskruis en 4 vermeldingen. Zijn naam staat gegrift op het oorlogsmonument aan het Oude Kerkhof van Sint-Agatha-Berchem.

Toelichting: de laan draagt de naam van de familie Gisseleire-Versé terwijl de luitenant enkel de naam Gisseleire draagt.Uit onderzoek blijkt dat Paul Gisseleire (advocaat aan de balie en vader van luitenant Gisseleire) en Louis Versé (de zwager van Paul) samen heel wat wegeniswerken in de gemeente hebben uitgevoerd.In 1913 erkent de gemeente dat “beide heren inderdaad heel wat werken hebben uitgevoerd zonder kosten voor de gemeente”.Sporen van de straat werden ook teruggevonden in 1917 (hij is dan nog niet overleden) en ook al in 1914. Er is sprake van “een 12 meter brede straat die Gisseleire-Versé wordt genoemd”.

Albert Gisseleire (31/12/1895 – 03/10/1918)Pionier van de Belgische luchtvaart en oorlogsheld

Albert Gisseleire maakte deel uit van die schare onverschrokken uitvinders die al van jongs af droomden van het mythische verhaal van Icarus. Samen met zijn vrienden Maurice “Teddy” Franchomme, de energieke Égide Robaert en de blonde Pierre Braun bouwde de jonge Albert een zweefvliegtuig dat tussen 1907 en 1908 in De Panne werd getest.

Gesterkt door Teddy’s gedurfde visie gaan ze verder: in 1909 bouwen ze hun eerste eendekker met een 24 pk motor, getest in de tuin van het kasteel van de familie Gisseleire, in Sint-Agatha-Berchem, waar Albert woonde met zijn familie – waaronder ook zijn zus Laura, een andere luchtvaartliefhebber. Deze grote weide werd zo een van de eerste broedplaatsen van de luchtvaart in België.

Enkele jaren later kreeg de gemeente een echt vliegveld, onder impuls – onder andere – van de familie Gisseleire-Versé. Paul, de vader van Albert, werd er ondervoorzitter van. Teddy Franchomme herinnert zich:

“Vier enthousiaste jongens zwierven door de hangars van Sint-Agatha-Berchem, volgden vol vuur de vluchten van Lanser en Hespel, juichten de deelnemers van het Europese Circuit van 1910 toe en probeerden onhandig met hun eigen klungelige vleugels te vliegen. Albert Gisseleire, een lange, blonde en zachtaardige jongen, werd tijdens de oorlog een schitterende piloot en sneuvelde als held, amper enkele maanden voor de wapenstilstand; Égide Robaert, vurig en gedurfd; Pierre Braun, die wij ‘Bambino’ noemden, een wilskrachtige en koppige jongen; en de charmante en bescheiden Pierre Dubois.”

In 1914, bij het uitbreken van de oorlog, meldt Albert zich als vrijwilliger. Terwijl zijn zussen naar Wales vertrekken en daar het oorlogsinspanningen ondersteunen (in een wapenfabriek en als verpleegsters), blijft Albert zijn droom volgen en wordt piloot in de Belgische luchtmacht.

Op 3 oktober 1918 worden Albert Gisseleire en zijn copiloot Max Roland tijdens een verkenningsmissie boven vijandelijk gebied aangevallen door elf Duitse jagers. Hoewel in de minderheid, verdedigen ze zich dapper en weten ze een tegenstander neer te halen. Maar een kogel raakt de brandstoftank van hun toestel, en Albert wordt dodelijk in het hoofd getroffen. Hun vliegtuig stort brandend neer nabij De Ruyter, op slechts 200 meter van de geallieerde linies.

Een kameraad zal later getuigen:
“Dat veld van overwinning werd hun veld van de dood. De gewonde vogel stortte brandend neer en sleurde twee helden mee, een eliteteam dat zich al lang met hart en ziel aan het vaderland had gewijd. Toen we terugkeerden naar het kamp, heerste er verslagenheid, want Gisseleire en Roland hadden alleen maar vrienden.”

Luitenant Gisseleire was 22 jaar oud. Hij ontving de Leopoldsorde, de Orde van Leopold II, het Oorlogskruis en vier vermeldingen. Zijn naam staat gegraveerd op het oorlogsmonument van de oude begraafplaats van Sint-Agatha-Berchem.

Van de vier jeugdvrienden die allemaal tijdens de Eerste Wereldoorlog als piloot dienden, overleefde enkel Teddy Franchomme het conflict. Teddy herinnerde zich later met ontroering:

“Ik denk soms weemoedig terug aan die zachte avonden van 1912 en 1913, toen we met zijn vijven liefdevol een van onze vliegtuigen uit de hangar haalden… en hem probeerden enkele rechte lijnen te laten vliegen… Op onze manier probeerden we onze droom waar te maken.”

Jaume TARDY MARTORELL